|
| Home News Entertainment Services |
| . |
|
Renault et Audi se partagent les lauriers
Profitant de sa pole et de la puissance du 6 cylindres BMW, Marc Lupant se porte en tête au départ de la première course mais il ne peut résister longtemps aux assauts d’un Tim Verbergt particulièrement motivé : « N’ayant plus roulé en course depuis neuf mois, je manque clairement de rythme », avouera le champion 2006 à sa descente de voiture. Au 14e passage, le leader rentre à son tour pour passer le relais à son pote Jean-François Hemroulle, mais ce dernier perd immédiatement le commandement quand Kurt Mollekens l’attaque au freinage des Combes. C’est le chant du cygne pour l’Audi qui doit renoncer, une bougie ayant cassé. Tout profit pour la BMW M3 au volant de laquelle Ludovic Sougnez a succédé à Marc Lupant : le jeune poleman trouve rapidement le bon tempo et réduit progressivement l’écart, mais sans pouvoir menacer vraiment le patron du team KTR qui l’emporte avec une douzaine de secondes d’avance, montrant ainsi le bien-fondé de sa stratégie : « Dans une épreuve d’une heure, il est préférable de ne pas changer de pilote car le second relayeur met toujours deux ou trois tours à entrer vraiment dans la course, c’est la raison qui a poussé le team à me faire rester au volant ». Une autre Mégane décroche la médaille de bronze, elle est menée par Geoffroy Horion et David Dermont qui offrent ainsi au Thierry Boutsen Energy Racing un premier podium 2007 : « L’auto a tourné comme une horloge et franchement, cette 3e place fait un bien fou à tout le monde au sein de l’équipe », commente Horion. On pointe ensuite deux autres Renault, celles des leaders du championnat Vosse-Bouvy logiquement handicapés par les 90 kgs de lest qu’ils promènent, et de Fumal-Schroyen qui confirment de belle manière leur performance en qualification. Dans les divisions, les lauriers vont à Meert-Delcour en S3, Linnertz-André (BMW M3) en T3, Smits-Cleynhens (Opel Astra coupé en T2), Van Rompaey-Daerden (Honda Civic) en T1 et Fontaine en S1. La revanche de l’Audi
Cependant, Ludovic Sougnez ne s’en laisse pas conter et il reste au contact, prenant même la direction des opérations quand le meneur passe le relais à son équipier. On en est à ce moment au 10e tour et une fois encore, la Jaguar manque à l’appel, moteur touché : « Un week-end à oublier au plus vite », commente Willy Plas le patron du team MI qui tient cependant à tirer « un énorme coup de chapeau à ses troupes ! » Comme dans le débat initial, le team Delahaye laisse le même pilote aux commandes de la Mégane n°3 et Didier Defourny se lance avec un bel entrain à la poursuite de Tim Verbergt, revenu en tête quand Sougnez a cédé le volant à Lupant. Le pilote Audi tient le bon bout, il ne commet pas la moindre erreur et en tournant sur des bases élevées – la plupart des tours en 2.31 – il maintient à distance son unique poursuivant jusqu’à l’arrivée. La lutte pour la dernière marche du podium oppose Frédéric Bouvy à Marc Lupant. Revenu en piste avec 7 secondes de retard, le champion en titre hausse progressivement le ton pour revenir dans le sillage de son adversaire à l’entrée du dernier tour. Il le dépasse même dans la montée vers les Combes mais manque de tout perdre dans un contact avec un doublé au virage du raccordement : « Marc était devant moi mais je maintenais la pression en me portant à gauche puis à droite pour tenter de le distraire », racontera plus tard Bouvy. « En arrivant au raccordement, il a plongé dans un groupe d’attardés alors que je passais à droite et il n’a pu éviter un accrochage. » Malgré une roue avant gauche crevée, la M3 Silhouette se traîne jusqu’à la ligne d’arrivée qu’elle franchit avec peine avant de s’immobiliser. Une autre BMW, celle de Vanbellingen-Coens, décroche la 5e place devant les Renault de Horion-Dermont et Schroyen-Fumal et la Peugeot des Anglais Dockerill-Greensall. Dans les divisions, Smits-Cleynhens (T2) et Van Rompaey-Daerden (T1) signent le doublé ; changement par contre en T3 où Beliën-Cuyvers imposent la BMW 120d, en S2 avec le succès de Van Impe-Roossens et en S1 où De Keijser-Dubois l’emportent. Au championnat Au championnat, Bouvy-Vosse font une bonne affaire, leur avance sur Vanbellingen-Coens passant de 11 à 19 points. C’est normalement entre ces deux équipages que devrait se jouer le titre… pour autant qu’ils ne connaissent aucun contretemps lors des deux meetings (soit quatre rounds) restant au programme. Mollekens-Defourny, Hemroulle-Verbergt voire Thiry-Radermecker se tiendront prêts à profiter de la moindre opportunité. On n’oubliera pas non plus que le règlement prévoit que tous les résultats sauf un seront pris en considération pour l’établissement du classement final ; les règles à calcul vont bientôt ressortir… Course 1 : Course 2 : Championnat (officieux) : Renault en Audi delen de bloemen De duizenden toeschouwers die in het zonnig Francorchamps aanwezig waren om te genieten van de 25 Uren VW Fun Cup, werden verwend met twee spetterende manches van de Belgian Touring Car Series. Telkens waren de races geanimeerd en spannend tot de geblokte vlag. De twee sprintmanches maakten een en ander duidelijk in de rangorde van de titelpretendenten: na een dubbele opgave hebben Thiry-Radermecker hun titelkansen verkeken. Voor de eindzege zal het gaan tussen Vosse-Bouvy en Vanbellingen-Coens. Zij willen hun slag slaan in de tweede helft van het seizoen, maar er zijn nog tal van andere teams die grote plannen hebben voor het seizoenslot. Marc Lupant profiteerde van zijn pole en het vermogen van de zescilinder in de BMW om de leiding te nemen in de eerste race, maar hij kon de aanvallen van een uitermate gemotiveerde Tim Verbergt niet lang afslaan: « Omdat ik al negen maanden niet meer gereden heb, mis ik duidelijk wedstrijdritme, » bekende de kampioen van 2006 na zijn relais. In de 14de ronde kwam de leider op zijn beurt binnen om zich te laten aflossen door Jean-François Hemroulle. Die laatste verloor meteen de leiding aan Kurt Mollekens, die een aanval plaatste in de remzone voor Combes. Het was het begin van het einde voor de Audi, die moest opgeven met een gebroken bougie. Daarvan profiteerde de BMW M3, waarin Ludovic Sougnez het stuur had overgenomen van Marc Lupant. De jonge polehouder vond snel het goede ritme en verkleinde de kloof, maar toch kon hij de baas van team KTR nooit bedreigen. Die won de race met twaalf seconden voorsprong. De strategie van het team klopte als een bus: « In een race van een uur is het beter om de piloot niet te wisselen, want de tweede piloot heeft altijd twee of drie ronden nodig om in het ritme te komen. Daarom heeft het team beslist om me aan het stuur te laten.» Een andere Mégane behaalde de bronzen medaille. De wagen van Geoffroy Horion en David Dermont bezorgde daarmee Thierry Boutsen Energy Racing zijn eerste podiumplaats van het seizoen: « De wagen draaide als een Zwitsers uurwerk. Deze derde plaats doet het team enorm veel goed,» vertelde Horion. Verder volgden nog twee Renaults, die van de leiders in het kampioenschap Vosse-Bouvy, gehinderd door de ballast van 90 kg, en de wagen van Fumal-Schroyen, die hun sterk optreden tijdens de kwalificaties bevestigden. In de verschillende klassen gingen de bloemen naar Meert-Delcour in S3, Linnertz-André (BMW M3) in T3, Smits-Cleynhens (Opel Astra coupé in T2), Van Rompaey-Daerden (Honda Civic) in T1 en Fontaine in S1. De revanche van Audi De tweede manche was amper begonnen toen Jean-François Hemroulle de A4 aan de leiding zette. Daarmee maakte hij duidelijk dat de Belgian Audi Club vastbesloten was om revanche te nemen voor de pech in de eerste manche. Als bewijs van zijn motivatie dook "Jeff" onder de normtijd, maar hij kon daarbij profiteren van de joker die recent werd ingevoerd. Zo kreeg hij geen sanctie: « Ik wilde absoluut in de eerste ronden het verschil maken. Ik heb inderdaad geflirt met de normtijd.» Ludovic Sougnez liet zich echter niet zomaar doen. Hij bleef aanklampen en nam zelfs even de leiding over, toen de leider zijn pitstop maakte om zich te laten aflossen. We zaten op dat moment in de 10de ronde en weer ontbrak de Jaguar op het appel: « Een weekend om zo snel mogelijk te vergeten, » verklaarde Willy Plas, de baas van MI. « Maar toch wil ik mijn troepen feliciteren voor het geleverde werk! » Net zoals in de openingsrace, liet team Delahaye dezelfde piloot de volledige race afwerken met de Mégane nr. 3. Deze keer ging Didier Defourny op jacht naar de Audi van Tim Verbergt, die het commando weer had overgenomen toen Sougnez zich liet aflossen door Lupant. De Audi-piloot bleef stevig aan de leiding en maakte niet het minste foutje. Meestal draaide de A4 Silhouet rondjes in 2.31 en de afstand met zijn enige achtervolger veranderde niet meer. Voor de derde podiumplaats ging de strijd tussen Frédéric Bouvy en Marc Lupant. De titelhouder, die met 7 seconden achterstand terug op de baan kwam, kwam bij het ingaan van de slotronde in het spoor van zijn rivaal. Op de klim richting Combes ging hij zelfs de Renault voorbij, maar in de volgende bochtenreeks verloor hij al het voordeel van zijn actie door een contact met een gedubbelde: « Marc reed voor mij, maar ik bleef hem onder druk zetten door links en rechts te komen kijken om een aanval op te zetten, » vertelde Bouvy later. « Plots dook hij in een groep achterblijvers, terwijl ik langs rechts passeerde. Hij kon een aanrijding niet meer vermijden. » Ondanks een lekke band linksvoor, haalde de M3 Silhouet toch de finish, maar enkele meters later viel de wagen stil. Een andere BMW, die van Vanbellingen-Coens, werd 5de, voor de Renaults van Horion-Dermont en Schroyen-Fumal en de Peugeot van de Britten Dockerill-Greensall. In de divisies scoorden Smits-Cleynhens (T2) en Van Rompaey-Daerden (T1) een dubbel. IN T3 ging de zege naar Beliën-Cuyvers met hun BMW 120d, in S2 zegevierden Van Impe-Roossens en de divisie S1 werd gewonnen door De Keijser-Dubois. In het kampioenschap In de tussenstand voor het kampioenschap doen Bouvy-Vosse een uitstekende zaak. Ze vergroten hun voorsprong op Vanbellingen-Coens van 11 naar 19 punten. Normaal zal de titelstrijd een duel worden tussen deze twee teams, tenzij ze nog veel tegenslag hebben in de resterende twee meetings (of vier manches). Mollekens-Defourny, Hemroulle-Verbergt en Thiry-Radermecker volgen op korte afstand en kunnen profiteren van het minste foutje. Laten we trouwens niet vergeten dat het reglement bepaalt dat het eindklassement opgemaakt wordt op basis van alle resultaten onder aftrek van één score. Het rekenwerk kan binnenkort beginnen… Race 1 : Race 2 : Kampioenschap (officieus) : Prc Group
| About us | Links | Copyright Notice | Site map | Copyright
© 2006 HIBN.TV
|
|||||||
Les milliers de spectateurs présents à Francorchamps pour assister – sous le soleil – aux 25 Heures VW Fun Cup n’ont pas été déçus par les deux courses des Belgian Touring Car Series disputées en prologue. Chaque fois en effet, les débats ont été conformes à la tradition, animés et serrés jusqu’au drapeau à damier. Ces longs sprints ont contribué à éclaircir les rangs des prétendants au titre : après un double abandon, Thiry-Radermecker n’ont plus guère de chances de se mêler à une lutte qui opposera Vosse-Bouvy à Vanbellingen-Coens. Comme plusieurs autres équipages, ils entendent cependant « dynamiter » une fin de saison qui s’annonce passionnante. 
A peine la deuxième manche est-elle lancée que Jean-François Hemroulle installe l’A4 en tête, dévoilant clairement les ambitions d’un Belgian Audi Club fermement décidé à en finir avec la guigne. Preuve de sa détermination, « Jeff » passe même sous le temps-pivot mais bénéficie du joker récemment institué pour éviter toute sanction : « Je voulais à tout prix faire le trou dès les premiers kilomètres et c’est vrai que j’ai un peu flirté avec la limite ». 
